De derde dinsdag in september. Behalve het voorlezen van de troonrede door Koning Willem-Alexander presenteert Wopke Hoekstra, minister van Financiën, de Miljoenennota. In de begroting voor het komende jaar staan de maatregelen die het kabinet Rutte III in petto heeft. Wat betekent dit voor u? We zetten de belangrijkste besluiten van het kabinet op een rij.
Uit de Miljoenennota selecteerden we de belangrijkste wijzigingen op financieel gebied. Uiteraard met speciale aandacht voor de veranderingen in hypotheken en verzekeringen.
- Het maximale aftrektarief voor de kosten van eigenwoningschulden in de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2019 verlaagd van 49,5% naar 49,0%. Vanaf 2020 daalt de maximum aftrek met 3% per jaar tot 2023.
- Het eigenwoningforfait daalt voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.060.000 naar verwachting naar 0,65%.
- De NHG grens wordt waarschijnlijk verhoogd tot € 290.000 per 1 januari 2019.
- Het lage BTW-tarief gaat van 6% naar 9%. Hier vallen veel goederen en diensten onder waaronder ook werkzaamheden aan uw woning, zoals schilderen, stukadoren e.d.
- De gemiddelde WOZ-waarde van woningen stijgt in 2018 met 7,5 tot 9,5%.
- De overgangsregeling voor de schenkingsvrijstelling vervalt. Deze overgangsregeling houdt in dat ouders tot € 100.800 belastingvrij kunnen schenken aan hun kinderen, terwijl in het verleden al gebruik is gemaakt van een hoge schenkingsvrijstelling. Voorwaarde is wel dat het kind het geschonken bedrag besteedt aan een eigen woning of aan aflossing van een eigen woningschuld.
- De premie voor het basispakket van de zorgverzekering gaat stijgen, naar verwachting rond de € 10 per maand. Dit bedrag kan per verzekeraar verschillen.
- Het eigen risico blijft hetzelfde als dit jaar: € 385.
- De maximale zorgtoeslag gaat in 2019 omhoog. Het gaat om een maximale stijging van € 281 per jaar voor meerpersoonshuishoudens en € 94 voor alleenstaanden.
- De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor gepensioneerden en zelfstandige ondernemers, stijgt volgend jaar van 5,65 procent naar 5,7 procent.